Leestijd: 2 minutenDe populariteit van BI-selfservice tools als Tableau, Qliksense en Power BI is niet meer te stoppen. Zeker het aangename freemium-model van dat laatste product en de slimme fit in de rest van de Microsoft-familie maakt dat Business Intelligence een commodity wordt.

Iedereen is een BI-ontwikkelaar!

Hupsakee: een leuke dataset importeren, wat slepen en klikken en we hebben een mooie 3D-taartgrafiek gemaakt die ook nog eens interactief is. Bedrijfsdata combineren met wat externe gegevens van het web? Geen probleem, in 15 minuten gepiept! Dat duurde bij de DWH-afdeling wel wat langer. Kunnen zij zich weer bezighouden met datamodelleren, ETL’en en andere nerdische zaken, zonder die vervelende druk vanuit de gebruikers. Mooi toch?

Of toch niet helemaal…?

Een bekende valkuil van BI-selfservice is het (meestal niet) hanteren van de regels op het gebied van privacy en security. Maar het grootste probleem is de aansluiting bij het DevOps-proces. Neem als voorbeeld Power BI. Als het beperkt blijft tot personal BI op basis van een eigen dataset, dan is er weinig aan de hand. Het gaat fout als die analyse regelmatig ververst en gedeeld gaat worden met de rest van de organisatie. Los van technische schaalbaarheid gaan hier andere krachten spelen: het gedoe over definities komt weer via de achterdeur naar binnen. Bovendien, de meer klassieke vorm van BI met ‘saaie’ rapportages blijft altijd nodig. En zoals bekend: hier zijn dergelijke BI-selfservice tools niet zo goed in.

Voorwaarde voor succes

Is het dan allemaal niets, die BI-selfservice tooling? Natuurlijk wel. Mits goed ingezet zijn er heel mooie informatieproducten mee te maken. Uiteindelijk geldt hier ook de wet van behoud van ellende: het werk zal ergens gedaan moeten worden. Ik doel dan met name op het definiëren van een eenduidige semantiek, ondersteunen van privacy- en securityrichtlijnen, het ondersteunen van concrete businessdoelen en het voldoen aan moderne Dev/Ops methodieken. Bij Microsoft beginnen ze dit te snappen, omdat ze ook het voordeel van één geïntegreerde stack hebben. Met het Tabular-model (in Analysis Services) hebben ze goede troeven in handen. Je kunt hiermee zorgen voor één goede semantische laag en Row Level Security (RLS). Ook Microsoft Reporting Services kan hierop aansluiten. Als je zorgt dat alleen beheerders een pro-licentie krijgen (om te distribueren naar de cloud en de verdere verspreiding binnen de organisatie in te regelen) dan kun je hier een kwaliteitscontrole inrichten. Is er voldaan aan de noodzakelijke eisen met betrekking tot de AVG, Data Governance en security? Is de look-and-feel Stephen Few-proof ? Hoe lopen de datastromen van on-premise naar de cloud? Zitten de onderliggende queries goed in elkaar?

Geslaagde implementatie

Tot slot: aan tooling geen gebrek, maar zoals zo vaak zit een geslaagde implementatie meer in de processen, methodieken en cultuur rondom het Business Intelligence- en Analytics-speelveld. Dit moet je faciliteren en deels afdwingen via een (virtuele) afdeling die hierover gaat, of deze nu Business Intelligence Competence Center (BICC), Analytics Center of Excellence (ACE) of Strategic Intelligence Center (SIC) heet. Steun van ‘boven’, bijvoorbeeld via een Chief Data Officer, is wellicht de belangrijkste slagingsfactor.